Hoe verander je een gewoonte?
Inleiding
‘Je moet je houding veranderen’, zegt de fysiotherapeut tegen je. ‘Anders komen de klachten steeds weer terug’, vervolgt hij. Makkelijk gezegd denk je, maar mijn houding is niet iets waar ik bewust mee bezig ben. Het is een gewoonte en ik doe het al jaren zo. De fysiotherapeut heeft mogelijk
gelijk. Het is in ieder geval zo:
“Als je doet wat je altijd al deed, krijg je wat je altijd al had.”
Het begint met een goed voornemen. Nu in februari zijn een heel aantal ´goede voornemens´ helaas weer niet gelukt. Andere mensen zullen zeggen: “ik doe niet aan goede voornemens”. Ze bedoelen dan die van 31 december op 1 januari. Want het voornemen om iets anders, meer, beter of gezonder te doen is altijd een goed voornemen, ook al is het in juni. Verandering zit vaak gekoppeld aan
gedrag en gewoonte.
Maar hoe ga je je houding en gedrag nu nog ombuigen en andere resultaat krijgen?
Gewoontes
Gewoontes, de automatische piloot, automatisme zijn essentieel voor het dagelijks functioneren. Het is een routine, gedrag dat steeds weer herhaald wordt en automatisch gaat. We zouden niet zonder kunnen. Stel je eens voor dat je elke handeling, hoe klein ook, bewust en vol aandacht moet uitvoeren. Dan zou het leven onmogelijk worden. We creëren gewoontes om steeds hetzelfde resultaat te krijgen. Zeker op korte termijn is dat een gewenst resultaat, anders had je het niet steeds weer herhaald en tot een gewoonte laten komen. De ene gewoonte volgt ook op de andere gewoonte. Dit maakt onze dag of dagdeel tot een energiezuinige routine klus. De meeste gewoontes worden alleen niet meer geëvalueerd of ze nog steeds een gewenst resultaat geven.
Kleine stapjes
Het klinkt als onmogelijk en waarschijnlijk is dat ook zo, alles in een keer veranderen is onmogelijk. Grote veranderingen zijn eng. Je voornemen en wijsheid van je mensbrein kan nog zo sterk zijn. Ze zetten je oerbrein aan om de boel te saboteren. Ons oerbrein houdt namelijk niet van verandering. Hij is liever in een bekende situatie met ongemak dan in een onbekende situatie. Het oerbrein is minder geneigd om op de rem te trappen als we de stapjes van verandering klein houden.
De kracht van veel kleine verbeteringen bij elkaar. Stel dat je beter of anders wilt worden in een bepaalde complexe taak. Als je de taak verdeelt in verschillende kleine simpele taken en je wordt per taak maar een beetje beter dan is dat een grote verandering op het geheel. Elke dag 1% beter. De eerste periode lijkt dit tot niets te leiden. Maar net als met het sparen van geld is het resultaat cumulatief. Een voorbeeld is als je 1 keer naar de sportschool gaat maakt dat je niet gelijk fit. Maar als je elke dag een beetje sport ben je een jaar later wel degelijk fitter. Een gezonde maaltijd maakt op een weegschaal geen verschil. Maar elke dag gezond eten wel.
Deze 1% geldt ook de andere kant op. Een keer een slechte maaltijd maakt je niet ongezond. Het overslaan van een dag sporten niet minder fit. Het is de op een stapeling van die 1% die het verschil maakt.
Het succes van gedragsverandering is de optelsom van je dagelijkse gewoonte. Het is geen eenmalige grote transformatie. Het veranderingsproces is veel belangrijker dan het resultaat. Stel je voor dat je gaat varen en je zet je koers 1 of 2 graden verkeerd in. Op het moment van vertrek is dat nauwelijks zichtbaar. Maar over een lange afstand ontstaat er een enorme afwijking. De dagelijkse gewoontes moeten ons op koers zetten naar het doel. Voorbeeld: wil je meer kennis (je doel) dan zal je je dagelijkse leergewoontes een klein beetje moeten aanpassen.
Behoud van doel
Gewoontes aanpassen om je doel te behouden. Je staat op een dag op uit bed en je bent het helemaal zat. Je huis is altijd een rommel. Even je schouders er onder en aan het einde van de dag is het huis keurig en opgeruimd. Doel is behaald, toch? Maar je huis was waarschijnlijk een rommel omdat je niet opruimt. Als je deze gewoonte niet aanpast dan is volgende week je huis weer een rommeltje. Je doel klinkt misschien als je einddoel, maar waarschijnlijk wil je het resultaat ook wel behouden. Daarom zijn voor resultaatbehoud de kleine dagelijkse gewoontes het belangrijkste.
“Langzaam verworven resultaat heeft de meeste potentie om
blijvend te zijn”.
Gewoontes in fysiotherapie
Het overgrote gedeelte van de klachten die in de praktijk wordt gezien is geleidelijk ontstaan. In de trend van de tekst hierboven kan je zeggen, er is ingezet met een kleine koersafwijking, maar door de tijd heen heeft dat wel grote consequenties. Het is zaak om in deze gevallen de koers bij te sturen en langzaam maar zeker terug te komen op gewenste koers richting beoogd resultaat.
Doelen als geen pijn meer, fitter zijn, kunnen stoeien met de kleinkinderen, zijn het resultaat van kleine veranderingen in dagelijkse gewoonte. Je kan niet in een keer rechtop staan, meer spierkracht hebben,
soepeler zijn of het lichaamsbesef van een topsporter hebben. Wat je wel kan is samen met je fysiotherapeut het grote onoverzichtelijke van een betere houding opsplitsen in kleine makkelijk te verbeteren delen. 1% verbetering van elk van deze onderdelen geeft al een opgeteld beter resultaat.
Wat moet je onthouden?
Je gedrag, je dagelijkse gewoontes leiden tot een resultaat. Wil je een ander resultaat dan zul je gedrag en gewoonte moeten bij sturen. Duurzaam resultaat ontstaat door kleine veranderingen waarvan je oerbrein niet gaat protesteren. Het nieuw gestelde doel wordt vanzelf een keer gehaald. Het meest belangrijke is het proces.
Nog een laatste tip
Eerder heb ik geschreven dat vaak de ene gewoonte op de andere volgt en zo een dagelijkse routine wordt gevormd. Deze opeenvolging is onbewust. De handelingen volgen elkaar op als domino stenen die omvallen. Er zit een ongekende kracht in het veranderen van je ochtend routine en zo het
dagelijkste domino effect van alle opeenvolgende gewoonte te stoppen bij de bron.