niet aangeboren hersenletsel

Bij ons in de praktijk

In onze praktijk behandelen wij regelmatig mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Je kunt hierbij onder andere denken aan revalideren na een beroerte (CVA), hersenbloeding of dwarslaesie.

Opvallend is altijd de enorme impact in het leven van de persoon zelf en zijn omgeving. Naast problemen met bewegen kunnen spraak, gehoor, zicht en zelfs persoonlijkheid veranderd zijn. Ik zie dit veel in combinatie met vermoeidheid. Iemand met niet-aangeboren hersenletsel is vaak het vertrouwen in zichzelf kwijt en kan het gevoel hebben “gevangen” te zitten in zijn eigen lichaam.

Ik vind het daarom belangrijk om met aandacht en geduld te werken. Dat begint al bij de kennismaking. In een gesprek brengen we in kaart wat je allemaal kon vóór het hersenletsel en wat je weer wilt kunnen. Samen bespreken we waar je naartoe wilt werken en wat haalbaar is. Er wordt stap voor stap gewerkt aan het verminderen van bewegingsangst, vergroten van het vertrouwen in eigen kunnen en het verbeteren van dagelijkse activiteiten. Doordat de klachten enorm variëren per persoon, is de aanpak maatwerk. Waar de ene persoon gewoon weer een boodschap bij de supermarkt wil kunnen doen, wil de ander weer kunnen hardlopen.

Als praktijk in de eerste lijn zijn wij een vervolgoptie voor het revalidatiecentrum of ziekenhuis. Doordat we onze praktijk in een sportschool hebben, zijn de mogelijkheden om te revalideren enorm. Of je nu in een rolstoel zit of hulp nodig hebt om weer te kunnen hardlopen, samen gaan we voor het maximale eindresultaat!

Stefan Andeweg – Fysiotherapeut bij wijzijnfysio

In cijfers

In Nederland krijgen ongeveer 140.000 mensen per jaar te maken met hersenletsel. Dat is over alle leeftijden, ook kinderen. Bij 46.000 mensen gaat het om een beroerte of CVA. Sommige herstellen zonder beperkingen, maar Nederland telt nu 650.000 mensen met beperkingen als gevolg.

Neuroplasticiteit

Neuroplasticiteit is niet alleen een sjiek woord. Dit is de naam voor het vermogen van het brein of zenuwcellen zich aan te passen en te leren. Dit is heel belangrijk als het gaat om revalidatie. Zenuwcellen zijn in staat om altijd weer nieuwe verbindingen te maken met elkaar. Op deze manier is leren of opnieuw iets leren mogelijk, maar ook compensatie van beschadigde gebieden is mogelijk. Het brein wordt beïnvloed door interne en externe factoren. Zintuigelijke waarneming, onze beweging en onze eigen gedachten.  

Hoe vaker je een bepaalde gedraging, beweging doet of gedachte hebt, des te sterker komt dit in het brein vast te liggen. Er komen namelijk steeds meer verbindingen tussen de betrokken zenuwcellen. Dat zegt het citaat hieronder: zenuwcellen die samen actief zijn, maken samen verbinding

Neurons that fire together, wire together – D. Hebb

Neurogenese

Ergens in de jaren 50 kwam de wetenschap tot de ontdekking dat het brein niet een vast en statisch gegeven is en de neuroplasticiteit het brein in staat stelt nieuwe verbindingen te maken en te leren. Maar wellicht spectaculairder is het vermoeden in de jaren 80 en de ontdekking in de late jaren 90  dat de hersenen nieuwe neuronen kunnen vormen. Met andere woorden; hersencellen kunnen vernieuwen (onderzoeker Fred Gage).

De grens

Wat is de grens van de trainbaarheid en het vernieuwen van het brein? Niemand weet het. De belangrijkste factor is tijd. De snelheid waarmee zenuwcellen zich vernieuwen is enorm verschillend per persoon. Hier zijn natuurlijk allerlei factoren van invloed waar de wetenschap nog geen verband heeft onderzocht. Er wordt bijvoorbeeld gezegd dat kwaliteit van leven afhankelijk is van de snelheid van neurogenese. Maar je zou dit ook kunnen om draaien. Hoe beter de kwaliteit van je leven (leefstijl) hoe sneller de neurogenese zou kunnen zijn.

Het verhogen van neurogenese

Er wordt sinds de ontdekking van neurogenese natuurlijk veel onderzoek gedaan of het proces te beïnvloeden is. Onderzoekers hebben gevonden dat verrijkte omgevingen het proces flink kunnen versnellen.

  • Lichaamsbeweging
  • Verkennen van nieuwe plekken en dingen
  • Sociale rijke omgeving (de mens is een sociaal dier)
  • Voeding (rijk aan omega 3 vetzuren bijvoorbeeld of vitamine D)
  • Gezonde darmflora

 

Er staat vast dat neurogenese er is. En dat het beïnvloedbaar is. Het onderzoek ernaar staat nog in de kinderschoenen. Er wordt gezocht naar een manier om het bijvoorbeeld te kwantificeren, meetbaar te maken. Zodat ze kunnen beginnen met het meten van de grote van het effect.  

Wat kan je doen?

Groei, herstel en ontwikkeling heeft altijd de juiste prikkels nodig. Daarom is het belangrijk je zelf uit te dagen. Op het gebied van bewegen kan een fysiotherapeut je daar mee helpen. Zorg voor een stimulerende en faciliterende omgeving.