patellofemoraal pijnsyndroom

Symptomen:

  • Pijnklachten rond de knieschijf (de patella)
  • De pijn neemt toe bij traplopen, fietsen, wandelen en hardlopen
  • Lang zitten met gebogen knieën kan provocerend zijn
  • Opstaan en gaan lopen kan stijf en pijnlijk zijn

Inleiding

De knie is een mooi complex gewricht. Het beweegt met een nauw samenspel van bot, kraakbeen, ligamenten en spieren. Er zijn veel verschillende klachten die zich kunnen voordoen. Sommige klachten met een duidelijk ontstaansmoment zoals een val of sportongeluk, andere klachten ontstaan met een wat minder duidelijk begin. Het patellofemoraal pijnsyndroom is zo een klacht die minder duidelijk is, maar het is wel een heel veel voorkomend klachtenbeeld.

Eigenlijk is patellofemoraal pijnsyndroom een benaming voor pijnklachten rond de knieschijf.

Het klachtenbeeld

Er is pijn, meestal een doffe zeurende pijn. De locatie is voorop en rondom de knieschijf. Over het algemeen neemt de pijn toe met activiteit en blijft hij nog na zeuren. Het kan zijn dat na een lange tijd in een houding zitten of liggen de knie begint te zeuren. Soms is er een instabiel gevoel en eventueel kraken van de knie bij bewegen. Dit laatste vooral als de knie nog “koud” is.

De anatomie van de knie

Je knie is een van de meest complexe gewrichten. Het brengt het dijbeen, het scheenbeen en de knieschijf bij elkaar. De knieschijf heet de patella en het dijbeen het femur. Vandaar de naam patellofemorale klachten.

Ligamenten verbinden het dijbeen met het onderbeen, dat is het scheenbeen en het kuitbeen. De vier belangrijkste ligamenten zijn de 2 kruisbanden en de collaterale banden.

Spieren zijn verbonden met botten door pezen. De quadricepspees, de vierbuikige spier van het bovenbeen, verbindt de spier met de patella en vervolgens aan het scheenbeen, dit heet de patellapees. De patella ligt als het ware in een pees.

De patella ligt in een groeve aan de voorkant van het dijbeen, de trochlea. Wanneer je je knie beweegt, beweegt de patella heen en weer in deze trochleaire groeve.

Gewrichtskraakbeen bedekt de uiteinden van het dijbeen, de trochleaire groef en de onderkant van de patella. Dit zorgt ervoor dat je patella soepel kan glijden terwijl je je been beweegt.

De quadriceps is de grote, vierbuikige, spier van het bovenbeen. Het binnenste deel heet de vastus medialis en het buitenste deel heet de vastus lateralis.

Oorzaak

Het heet een syndroom. Dit betekent dat aan een set van verschillende symptomen die vaak samen voorkomen, maar niet altijd bij iedereen allemaal voorkomen, een naam is gegeven. Het is een soort paraplu begrip. Er is geen standaard persoon aan te koppelen, bijvoorbeeld het kan bij een jonge meid voorkomen die niet sport of bij een actieve oude man. Er zijn een paar generieke kenmerken. Er is een bepaalde vorm van disbalans in de krachten die uitwerken op de uitlijning van de knie tijdens bewegen.

De knieschijf beweegt zich bij het buigen en strekken van de knie door de groeve. Zowel de knieschijf als de groeve zijn bekleed met kraakbeen. Als de knieschijf niet op de juiste manier door de groeve beweegt kan er frictie of een piekbelasting ontstaan en dat geeft irritatie op het kraakbeen, van het kapsel, vetbed of ligamenten. Het gaat dus eigenlijk om een afwijking in de beweging van de knieschijf. Deze afwijking creëert een onevenredige compressie of tension. Deze afwijking kan komen door een tekort aan activatie van spieren, een te veel aan activatie of een onhandige uitlijning van de gewrichten tijdens het bewegen, een houdingsprobleem.

Er is een mogelijkheid voor een instabiliteit als gevolg van de anatomie. Bijvoorbeeld een aanhechting van de patellapees die meer naar de buitenkant ligt op het scheenbeen. Dit is onhandig maar niet waar je op moet focussen. Het is niet trainbaar. Je focussen op iets dat simpelweg een gegeven is en niet op dat wat je kan trainen heeft geen toegevoegde waarde. 

quadriceps

Wat te doen

Oefenen is het meest logische om de oorzaak van het syndroom aan te pakken. De kunst is uitvinden, wat je in jouw specifieke situatie nodig hebt. Ik beschrijf hier 3 punten die vaak voorkomen bij dit probleem. Deze punten kunnen onafhankelijk van elkaar voorkomen of in combinatie.

I Probleem bij de vastus medialis (VM)

Zoals bij de anatomie omschreven is de vastus medialis (VM) een onderdeel van de quadriceps femoris (QF). Sommige schrijvers beweren dat het onmogelijk is de VM los aan te spannen van de rest van de QF, terwijl andere zelfs uitgevonden hebben dat er aanspanning mogelijk is van verschillende vezels binnen de VM.

Een simpel feit is dat bij knieklachten vaak de VM in volume, kracht en aansturing achteruitgaat. In het geval van patello femorale klachten kan de gebrekkige VM een veroorzaker zijn.

Ontdekken of je VM een rol speelt in het probleem is even goed kijken en voelen. Als je gaat zitten met je benen gestrekt vooruit en je bekijkt het volume van beide beenspieren ter hoogte van de VM wat zie je dan? Is er een verschil tussen links en rechts? Wanneer je je bovenbeen aanspant zie je dan dat de VM mee aanspant? En als je beide kanten aanspant is er dan een verschil in volume, snelheid of coördinatie van de VM te merken of zien?

Als je een verschil merkt in volume, aansturing van de VM dan is daar al werk aan de winkel. Een deel van de oplossing is het op trainen van de VM.

II Probleem bij de vastus lateralis (VL)

Het gaat om verhouding in spierkracht en spanning. Als de vastus lateralis (VL) overactief is dan schiet de VM al snel te kort. De VL kan te veel spanning geven door de manier van trainen of de sport die wordt beoefend. Maar de VL kan ook te veel spanningen geven door bindweefsel verklevingen, triggerpoints enzovoorts. Zoek uit of er knopen, spanning of bindweefselverklevingen zitten in de VL. Pak dit aan met bijvoorbeeld een foamroller, triggerpoint balletje of massagegun. Daarnaast als nodig is om bindweefsel los te maken kan je werken met voodoo floss technieken of cupping.

III Probleem van uitlijning

Houding is in veel problemen van het bewegingsapparaat een key element. Een veel voorkomend houding probleem bij patellofemorale klachten is het naar binnen gedraaid (endorotatie) staan van het bovenbeen in het heupgewricht. Hierdoor wijst de knieschijf meer naar binnen (mediaal). Als gevolg hiervan trekt de QF de knieschijf meer naar buiten toe (lateraal). De knieschijf drukt meer tegen de buitenrand van het kraakbeen en op termijn kan dit klachten geven.

De oplossing voor dit probleem is wat complexer dan de vorige 2. Het doel moet zijn dat het bovenbeen weer naar buiten draait (exorotatie) zodat de knieschijf weer naar voren (ventraal) wijst. Deze rotatie van het bovenbeen vindt plaats in de heup. De bilspieren moeten hiervoor zorgen. Zo maar geïsoleerde bilspier oefeningen doen heeft geen zin. Dat je bilspier de heup niet stabiliseert, wil niet zeggen dat hij in kracht te kort schiet. De belangrijkste oefeningen zijn de gewone bewegingen waarbij je de knie naar de neutrale positie stuurt. Je lichaam en het brein moeten de nieuwe stand als normaal gaan beschouwen. Dit kost tijd en aandacht.

pfk houding

Slot

Voordat ik begon aan dit artikel was mijn doel een stuk te schrijven dat ervoor zorgde dat de lezer zelf precies wist hoe hij zijn knie klachten (patellofemorale klachten) moet verhelpen. Maar met de eerste zin begreep ik al dat zoiets niet mogelijk was in een beknopt artikel. Uiteindelijk heb ik gekozen voor het beschrijven van deze 3 elementen die ik vaak in combinatie terug zie komen in de praktijk. Wanneer je hier mee aan de slag gaat, dan zullen de klachten zeker verbeteren.